BIM: what’s in it for the architect ?

Over de veranderende rol van de architect, het managen van projecten en de input van de facility manager.

Op woensdag 27 september jl. ging Utility2Build van start. Rik Neven stelde tijdens het panelgesprek van “BIM: what’s in it voor de opdrachtgever ?” de vraag of een architect in een BIM toekomst niet eerder een manager zal moeten worden ?

Mijn antwoord is resoluut: “NEEN”.
Maar dat de rol van de architect zal veranderen, is zeker.

De architect wordt, met dank aan de wet van 1939 en ons onderwijssysteem, op een pedestal gezet en dirigeert vanaf zijn troon het volledige bouwproject en –proces.
Hij dicteert, de rest volgt.

Maar anno 2017 kan dit niet meer. Het bouwen an sich is vele malen ingewikkelder geworden door EPB richtlijnen, steeds veranderende regels inzake brand, doorvalbeveiliging, … Al deze zaken zijn voer voor specialisten. Zij zijn degenen die nu, voor wat hun luik betreft, de architect dicteren.

Daar bovenop heeft de UN in 2016 zijn Sustainable Development Goals 2030 op de tafel gelegd waardoor het bouwen zélf in een totaal andere context geplaatst wordt.

En de IT wereld heeft ondertussen ook gebouwen ontdekt als item dat zich perfect leent voor monitoring. Zowel de gebruikers als onze maatschappij zullen daar wel bij varen.

Dus zal de bouwwereld de komende jaren drastisch veranderen ? Absoluut !

Het bouwen zal een team effort worden dat niet stopt na oplevering. De hele levenscyclus wordt in ogenschouw genomen waardoor de facility manager zijn plaats van bij het prille begin van het ontwikkelingsproces zal komen opeisen. Immers, hij zal aan het hele ontwerp- en bouwteam vertellen welke assets hij bij exploitatie wilt aansturen om zo zowel het gebruik als het verbruik van het gebouw te optimaliseren.

So, BIM: what’s in it for the architect ?

Heel simpel, hij moet terug naar waar hij als 18 jarige voor koos: nadenken over hoe zijn ontwerpen het stedenbouwkundig weefsel beïnvloeden en concepten neerzetten die de klant verrassen. Hij moet de rol van “dwarsdenker” in het ontwerp- en bouwteam opeisen: luisteren naar de droge kost van de andere specialisten en ze via gesprekken over hun grens duwen zodat ze aan de bouwheer een state of the art oplossing gaan aanbieden die hij nergens anders vindt.

Managen, t.t.z. het contractueel, administratief en financieel beheer van projecten, mag hij gerust aan de opdrachtgever teruggeven. Deze laatste kan dan opteren om dit zelf te doen (aan te raden als hij ook de exploitatie van het gebouw voor zijn rekening neemt) of doorschuiven naar de facility manager.