Bouwdata

Hoe de link tussen de NEN2699, NLBE-SfB en besteksystematieken zoals BBW de weg vrijmaakt voor een gestandaardiseerde en transparante kostenbeheersing

In Nederland en België is er een belangrijke stap gezet in de richting van standaardisatie op het vlak van classificatie: NLBE-SfB voor tabel 1. Deze matrix wordt gebruikt voor het klasseren van functionele systemen in gebouwen, wat essentieel is voor kostenbeheersing in de vroege ontwerpfases.

De stap naar 5D BIM

Het is belangrijk te benadrukken dat de NLBE-SfB voor tabel 1 een basis vormt om gebruikt te worden door zowel BIM-modelleurs, kostendeskundigen en andere betrokkenen. Om bruikbaar te zijn voor 5D BIM van een woningbouwproject, school of ziekenhuis, moet deze basisstructuur verder verfijnd kan worden. Het BouwData rekeningstelsel heeft daarvoor de Object Code.

De NEN2699 speelt hierbij een sleutelrol, omdat deze norm niet alleen dezelfde filosofie hanteert als de International Cost Management Standard (ICMS) maar ook de link legt tussen de abstracte kostenstructuren die door investeerders gehanteerd worden en de functionele systemen die de dominante taal zijn in het ontwerpproces.

Het verschil tussen functionele systemen en technische oplossingen

Een aannemer werkt daarentegen met technische oplossingen, en die kunnen niet één op één gekoppeld worden met de functionele systemen die in de NLBE-SfB voor tabel 1 worden beschreven.

Binnenwanden zijn bijvoorbeeld een functioneel systeem, maar ze bevatten verschillende technische oplossingen zoals gipskartonwerken, schrijnwerk en schilderwerk.

Prefab beton is een voorbeeld van een technische oplossing die voorkomt in meerdere functionele systemen zoals het dragend skelet of de gevel.
Besteksystematieken zoals BBW (VMSW) in Vlaanderen, STABU2 in Nederland en CCTB in Wallonië zijn ontworpen om technische oplossingen te beschrijven. Deze systematieken zijn ontworpen om makkelijk prijzen in de markt op te vragen voor een MAMO-calculatie in stap S4 (Technical Design).

Twee belangrijke bijlagen aan de whitepaper

Aan de whitepaper zijn twee belangrijke bijlagen toegevoegd die e.e.a. aan elkaar knopen.

• Bijlage C richt zich op nacalculatie van afgeronde projecten.
  Als je een afgeprijsde meetstaat én de financiële eindafrekening inzake meer- en minwerken hebt, kun je deze kosten hergroeperen in elementclusters en zien welke kostenkengetallen dit genereert voor toekomstige projecten.
  Deze bijlage koppelt niet alleen elk artikel van het BBW (VMSW) bestek aan de elementclusters, maar verbindt deze ook met de 4-cijferige code van de NLBE-SfB voor tabel 1.
• Bijlage D richt zich op 5D BIM voor een nieuw project.
  Deze is te gebruiken in de stappen S1 Preparation and Brief, S2 Concept Design en S3 Spatial Coordination.

Een handig overzicht om door de bomen het bos te blijven zien

S0 Strategic Definition is de stap waarin de investeerder alle overwegingen op een rijtje zet alvorens de beslissing te nemen zijn geld in een bouwproject te stoppen. De dominante taal in deze stap van het process zijn space aspects. Men heeft dan de neiging om niveau 1 rubrieken of niveau 2 clusters van de NEN2699 te gebruiken maar zoals reeds uitgelegd in deze artikelenreeks is een platte m² prijs niet de juiste werkwijze en kan je zoveel meer halen uit een massamodel.

In S1 Preparation and Brief spreken we over een raming samengesteld uit elementclusters met als code de eerste drie digits uit de NEN2699 = niveau 3 van de NEN2699. De dominante taal in deze stap van het proces zijn functionele systemen.

In S2 Concept Design spreken we over een budget samengesteld uit elementen met als code eerste drie digits uit de NEN2699 voor elementclusters gevolgd door de 2-cijfer code van de NLBE-SfB voor tabel 1 = niveau 4 van de NEN2699. De dominante taal in deze stap van het process blijft functionele systemen.

In S3 Spatial Coordination spreken we over een begroting samengesteld uit subelementen met als code de eerste drie digits uit de NEN2699 voor elementclusters gevolgd door de 4-cijfer code van de NLBE-SfB voor tabel 1 én verder aangevuld met extra indices om het geheel bruikbaar te maken voor de kostendeskundige = invulling voor niveau 5 van de NEN2699
Hieronder een voorbeeld:
   – B1A(11.21)a tijdelijke bemalingen – installatie uitgedrukt als [tp] 
   – B1A(11.21)b tijdelijke bemalingen – huur en verbruik uitgedrukt in [d]
De dominante taal in deze stap van het process blijft functionele systemen.

S4 Technical Design = niveau 6 voor de NEN2699. Deze wordt niet gebruikt omdat we in deze stap overstappen naar technische oplossingen als dominante taal.
We gebruiken in deze stap besteksystematieken zoals BBW, STABU2 of CCTB voor de MAMO calculaties.