5D BIM – classificatie vs meetstaat

Op 18/5 as. organiseert het WTCB een informatie sessie omtrent classificatie in BIM met als één van de topics “De deliverables gerealiseerd in het kader van WG1 lijken niet 100% overeen te komen met de noden van de sector. Wat zijn de noden van de sector?”. Een steeds terugkerende vraag in deze werkgroep was deze naar een uniforme meetstaat. Echter, classificatie in BIM heeft niets te maken met meetstaten. Deze laatste zijn gerelateerd aan een besteksystematiek t.b.v. aanbestedingen, iets wat in de hogere BIM levels zal verdwijnen.

Misschien toch even er eerst de kenniskaart van de Bouw Informatie Raad uit Nederland bij nemen m.b.t. de BIM Levels:

BIM levels

Level 0 is document georiënteerd zonder digitale objecten.

Level 1 is object georiënteerd, 2D of 3D, maakt niet uit maar waar wel informatie aan gekoppeld is doch zonder integratie tussen verschillende disciplines of aspecten. M.a.w. op level 1 is er geen sprake van een link tussen het model en bv. calculatie of planningssoftware.

Level 2 laat toe om zaken samen te voegen. Ieder werkt nog in zijn eigen model doch ze worden samen gevoegd tot één “view” dat als een document uitgewisseld wordt met derden. Koppelingen met calculatie- en planningssoftware zijn er maar dit alles gebeurt in één, centraal gecontroleerde, organisatie.

Level 3 is de volledig geïntegreerde keten die zich over de volledige lifecycle van een faciliteit uitstrekt. Dit impliceert dat men gaat communiceren via de objecten zelf en niet meer informatie deelt door documenten uit te wisselen waarin men telkens zelf moet gaan grasduinen om zijn informatie te vinden. Dit is bij AWV de OTL wereld!

 

Aanbestedingen zijn een “Berlijnse muur” tussen de ontwerperswereld enerzijds en de uitvoerderswereld anderzijds. Komt daarbij dat de bouwheer bij dit hele schouwspel een passieve toehoorder is die de link met zijn eigen uitgangspunten die hij/zij in zijn/haar raad van bestuur goedgekeurd kreeg doorgaans kwijt speelt.

Een meetstaat is een lijst met hoeveelheden en eenheidsprijzen die maandelijks afgetoetst worden met wat er on site gerealiseerd is om een factuur te kunnen opmaken. That’s it qua kennisdeling.

Echter, 95% van alle projecten die momenteel gerealiseerd worden, gebeuren nog altijd via een aanbesteding. Dus ik begrijp wel die nood aan een overkoepelende meetstaat. De vraag is echter, moeten we daar nog onze tijd in steken gezien we met z’n allen toch hoger op die BIM ladder willen klimmen?

 

In de UK kennen ze RIBA plan of work waarin de levenscyclus van een faciliteit uiteen valt in 7 “Stages” die elk een vaste set aan taken hebben. Belangrijk om weten: aanbesteding is er sedert hun eerste publicatie geen “Stage” doch een taak nl. “procurement” dat in alle Stages voorkomt. M.a.w. elke partij die nodig is om een faciliteit te financieren, te ontwerpen, uit te voeren en te onderhouden wordt op een daartoe geëigende manier gecontracteerd. In de UK zijn daartoe de NEC4 contracten ontstaan. Deze zijn niets anders dan juridische documenten en handvaten om zo conflict vrij als het kan dit te realiseren.

 

“Classificatie” kadert in de BIM Level 3 – RIBA plan of work – NEC4 wereld.
De personen die daarover mee hun zeg willen doen, zijn het aan zichzelf verplicht om de ISO 12006-2:2015 - Building construction — Organization of information about construction works — Part 2: Framework for classification te kennen als hun/haar broekzak!

Wil je toch mee discussiëren maar ken je de norm te weinig, stuur een mail naar pbo [at] bouwdata [dot] net  Je ontvangt dan gratis een toelichting inclusief de vertaling ervan door SfB, Uniclass en CCS met al hun pro’s en contra’s.

Het belangrijkste om zich te realiseren, is dat een “construction result” drie richtingen uitgaat nl.

  • Work Results – leveren de kijk op het resultaat vanuit de aannemerij bv. grondwerk, metselwerk, pleisterwerk, etc.
    EN HIERBIJ IS ER NOOD AAN EEN PROJECT OVERKOEPELEND BOUWTECHNISCH BESTEK ZOALS SB250/260/270 BIJ AWV.
    Wil men dan toch een klassieke aanbesteding organiseren, dan kan men zich wenden tot de artikel nummers in dit bestek als kapstok voor zijn/haar meetstaat
    .
    In Nederland kent men al jaar en dag STABU2. In Vlaanderen is er de VMSW doch dit is enkel gericht op sociale woningbouw en laat te wensen over voor partijen die andere faciliteiten willen oprichten.
    Van de classificatiesystemen die in WG1 bestudeert werden, behandelt enkel CCS dit luik van de ISO 12006-2 doch, hoewel ze goede zaken bevat, is ze onvolledig met een “crapy” codering.
  • Built Space – iemand die aan kopersbegeleiding gedaan heeft, weet hoe belangrijk een “room by room” is. Een programma van eisen vertrekt hier ook van want gebruikers van een faciliteit doen hun ding nu eenmaal in ruimtes!
    Het is één van de systeemvariabelen die als ankerpunten doorheen de hele levenscyclus door alle betrokken partijen gehanteerd moet worden.
  • Complex > Entity > Element – deze laatse zijn de objecten die in BIM gemodelleerd worden en waar allerlei informatie aan gekoppeld wordt om te delen met cost controllers, facility managers, etc.
    ALS ER EEN UITGEBREID PROJECT OVERKOEPELEND BOUWTECHNISCH BESTEK ZOU BESTAAN, DAN VOLSTAAT HET VOOR DE ONTWERPERS OM, PER PROJECT, EEN BONDIG PRESTATIEBESTEK NEER TE PENNEN.
    Dit zou al veel faalkosten die ontstaan door het verkeerdelijk knip & plak werk van vandaag, vermijden!

 

Bovenstaande zijn drie verschillende werelden met elk hun eigen kennisnoden en manier van communiceren. Je kan niet aan de bouwheer of de ontwerper of de aannemer vragen om de rol van “tolk” op zich te nemen. Mochten mensen zich afvragen van wat ik eigenlijk doe? Wél ik ben het grijze tandwiel in onderstaand beeld dat centraal alle administratie en financiën beheert en “tolkt” zodat mijn projecten zo conflictvrij als mogelijk verlopen. Eigenlijk een Vlaamse, “boerenverstand” versie van NEC4 maar dan zonder de juridische documenten.

schema BouwData

Als laatste van dit “schot voor de boeg” zou ik nog willen aanstippen dat, wanneer het debat over classificatie losbarst, er normen zijn die cost controllers en facility managers gebruiken nl.:

  • NEN 2699 - Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken - Begripsomschrijvingen en indeling
  • NEN 2767 – conditiemeting
    het Centrum Duurzaam Gebouwbeheer, beheerd door o.a. het WTCB, heeft hiervoor een zeer interessante cursus in de aanbieding

Beide verwijzen voor de classificatie van de elementen naar tabel 1 van de SfB.
In Scandinavië ligt die dan wel in de prullenmand, in België is er sedert 2008 niets meer mee gebeurt doch in Nederland heeft deze een tweede adem gevonden waar men eind 2019 het luik technieken helemaal herdacht heeft. De rest volgt ongetwijfeld.

Wanneer men in een BIM model de elementen anders classificeert, zorg dan wel voor een vertaaltabel naar deze “good old fashioned” tabel 1 van de SfB want anders geraken wij, cost controllers en facility managers die norm gebaseerd willen werken, in de shit. Alvast heel hartelijk dank! 

#innovation #BouwData #5DBIM #meetstaat #classificatie


Comments